top of page
Tiener Studenten verhogen handen

WES 1

weyts.png

Hoogbegaafd
maar onder de radar

Omdat het herfstnummer van Apache geheel in het teken van onderwijs staat, wil ik jullie het artikel "Hoogbegaafd maar onder de radar" evenmin onthouden. Gewoon klikken op de titel van betreffend artikel in de balk bovenaan deze pagina.

 

Hier krijgt voormalig minister van onderwijs Ben Weyts wederom een veeg uit de pan.  De  middelen die hij in 2019 toekende aan de opstart van het CSF-project (Cognitief Sterk Functionerende leerlingen) blijken een schamele druppel op een hete plaat. En het gaat niet alleen over centen. Erger nog is dat de minister boudweg  de expertise miskent die sommige scholen jarenlang hebben opgebouwd rond het werken met hoogbegaafde leerlingen. En hij zo naast de grote stap voorwaarts binnen het Vlaams onderwijsbeleid grijpt.

Samengevat: hoogbegaafdheid hoeft geen probleem te zijn maar wordt het wel als het onder de radar blijft.

 

​​

Hoe het kabinet van Ben Weyts de Vlaamse onderwijsinspectie
aan banden legde

Schrik niet, beste lezer. Van dit artikel (klikken op de titel in de balk bovenaan) word je wellicht niet vrolijk.  Jan Stevens, journalist bij Apache, onderzoekt de ware toedracht van de vervroegde pensionering van onderwijsinspecteur Lieven Viaene.

 

Er is al veel inkt over gevloeid, maar voorlopige conclusie is nog steeds dat een intimiderende sms van voormalig onderwijsminister Ben Weyts aan de basis ligt van deze beslissing.
 

En het wordt er niet veel beter op. Want voor haast evenveel wenkbrauwgefrons zorgt de opvolging van Viaene door Katrien Bonneux. Zij is sinds maart 2021 kabinetschef van Weyts en haar benoeming ruikt  naar onvervalst nepotisme. Er wordt gefluisterd dat Bonneux de nodige onderwijservaring mist en tegelijk erg bedreven is in het gehoorzamen van haar minister. Uiteraard ontkent Ben Weyts in alle toonaarden.

De thematiek is op zijn minst relevant omdat minister Weyts blijk geeft van politieke inmenging in een domein waar onafhankelijkheid altijd als een kwaliteitskeurmerk werd beschouwd.. Er rijzen hoe dan ook vragen over de onafhankelijkheid van de onderwijsinspectie wegens politieke druk bij de erkenning van bepaalde scholen. inmenging in onderzoeken van de inspectie, persberichten die eerst 'de filter van het kabinet' moeten passeren om dan te worden herschreven in het voordeel van het beleid van de minister, ... 

 

Dat is allemaal zeer verontrustend en ik volg Viaene helemaal als die stelt dat de onderwijsinspectie "pas slagkracht heeft als ze onafhankelijk van de politiek kan functioneren en objectief over de effecten van het beleid kan rapporteren. Als ze gebruikt wordt om voor de minister te rijden, heeft ze die niet".

 

We willen geen witte scholen, maar zeker ook geen zwart-gele scholen in de toekomst. Wat denken jullie?

cover_edited.jpg

WES 1

Zoals haar voorganger Ben Weyts reeds aankondigde, wil Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) minimumdoelen uitwerken voor het kleuteronderwijs. Ze is van mening dat ons onderwijs vanaf jonge leeftijd moet inzetten op kennis – met name van wiskunde en de Nederlandse taal – waarbij extra aandacht moet gaan naar woordenschat en luistervaardigheid.

Uit een recent rapport blijkt immers dat Vlaamse leerlingen slecht scoren op wiskunde en wetenschappen. Die vaststelling is de motor om ons kleuteronderwijs anders aan te pakken. "De kleuterklas moet weer meer een klas worden, en minder een crèche", aldus Demir, maar niet iedereen is het daarover eens.

Kleuters moeten kunnen spelen en niet al van jongs af prestatienormen opgelegd krijgen, klinkt het. Ook wordt Demir een bureaucratische aanpak verweten, die voorbij gaat aan de uitdagingen van vandaag.

Niettemin is een snelle reactie op de dalende leerprestaties noodzakelijk. In dit artikel van VRT-nieuws - zie link hierboven - stelt onderwijsexpert Machteld Verbruggen (van hogeschool Thomas More) dat het ervaringsgericht leren, zoals dat nu in het kleuteronderwijs wordt toegepast, alleen werkt als kinderen van thuis uit voldoende worden gestimuleerd en culturele bagage meekrijgen. Dat lukt om diverse redenen niet voor elke ouder.

In de klas pikken kleuters al spelenderwijs kennis op, maar volgens Verbruggen doen we het op systeemniveau niet zo goed en zou de aanpak veel doelgerichter moeten. Om die reden is ze voorstander van het plan van minister Demir om minimumdoelen in te voeren in het kleuteronderwijs.

Ik ben van mening dat er niets mis is met de (meer vrijblijvende) ontwikkelingsdoelen die nu reeds bestaan. De absolute focus die Demir (en haar partij NV-A) wil leggen op de Nederlandse taal,  gaat voorbij aan het feit dat de taalverwerving van jonge kinderen grillig is. Kleuters leren taal in sprongen en volgens eigen tempo. Het leeftijdsverschil in de derde kleuterklas kan ook aanzienlijk zijn: kinderen geboren in januari kunnen op vlak van taalontwikkeling al veel verder staan dan kinderen geboren in december.  De gehanteerde schooltaal is bovendien voor heel wat kleuters niet dezelfde als de thuistaal, zelfs als die thuistaal Nederlands is.

 

Ook is het van groot belang dat kinderen met een anderstalige achtergrond eerst hun eigen moedertaal leren beheersen vooraleer ze zich een vreemde taal eigen kunnen maken. Als kinderen thuis hun moedertaal goed leren spreken, kunnen zij beter Nederlands leren. De moedertaal is de taal is waarin we denken en dromen. Kinderen kunnen hun moedertaal niet zomaar uitschakelen. Het erkennen van deze moedertaal, zeker in het kleuteronderwijs,  lijkt me een basisvoorwaarde voor degelijk en rijk taalonderwijs.

Verder kan in twijfel worden getrokken dat kinderen in de kleuterklas alleen maar spelen en niet tot leren komen. Het is de logica zelve dat peuters en kleuters spelen. Mocht dat niet zo zijn, zouden we extra hard aan de alarmbel moeten trekken. Ze spelen en exploreren om de wereld rondom hen te verkennen. Dat spontane spelen vormt de basis om te leren en nieuwe dingen op te pikken. Spelen betekent dus niet dat er in de kleuterklas niet doelgericht wordt gewerkt, zoals Demir oppert.

De minister gaat ook voorbij aan het feit dat we vandaag geen leerplicht hebben voor jonge kleuters, die ligt nu op de leeftijd van 5 jaar. De leerplicht invoeren voor de jongste kleuters heeft structureel wellicht meer impact dan het uitwerken van nieuwe minimumdoelen.

Bovendien mag je ook niet naast de zorgnoden kijken want in elke klas zitten wel kinderen die er niet helemaal thuis horen. Kinderen met een verstandelijke beperking of met gedrags- en ontwikkelingsstoornissen hebben specifieke onderwijsbehoeften en vragen veel van de leerkracht.

De intensieve begeleiding en tijdsinvestering die deze kinderen nodig hebben, gaan ten koste van de kwaliteit van het onderwijsaanbod in de (kleuter)klas.

 

Het onderwijsveld is vragende partij om het onderwijssysteem te verbeteren. Wil minister Demir ernstig werk maken van een degelijk onderwijsbeleid en duurzame oplossingen creëren, is het de evidentie zelve dat ze mensen uit het werkveld betrekt in dit debat en luistert naar praktijkervaringen. Het gaat immers om de toekomst van ons allemaal.

WES 3
DS, 8 maart 2025

tim-surma-kennis-is-altijd-het-uitgangspunt-kritisch-denken.avif

Interview

© Fred Debrock
link DS https://www.standaard.be/cnt/dmf20250307_96599667

​​​

Er lijkt een ommezwaai gaande in het Vlaamse onderwijs, en een van de vertolkers is didactisch expert Tim Surma. “Waarover je niets weet, kun je moeilijk kritisch nadenken. Vooral minder begunstigde leerlingen profiteren van kennis.”

“Het Vlaamse onderwijs zit in de grootste omwenteling sinds de jaren tachtig”, zegt Tim Surma. “Over dertig jaar zal naar dit moment teruggekeken worden om een evaluatie te maken van de keuzes.”

Surma heeft pijn aan de rug. Hij is gevallen met de fiets, “niets ergs”. Maar elk kwartier moet hij even staan om te stretchen. “Zo voel ik me direct opnieuw een leerkracht”, zegt hij, in een lokaaltje van Thomas More in Antwerpen. Surma, onderwijswetenschapper, gaf zeventien jaar wiskunde aan pubers. Sinds 2019 is hij aan een nog grotere missie begonnen: helpen het tij te keren in het Vlaamse onderwijs.

Hij leidt het Expertisecentrum Onderwijs en Leren, dat leerkrachten bijstaat om beter les te geven en hun klas beter te managen. Maar de laatste jaren is zijn focus uitgebreid naar de “kennisrevival”. Hij is volop bezig met de zoektocht naar een “kennisrijk curriculum”. Zo reist hij geregeld met groepjes directeurs naar Nederland en Engeland om zich te laten inspireren en hun methodes te analyseren. “Reisbureau Surma”, noemt hij het op Whatsapp.

Maandag vertrekt hij opnieuw naar Engeland, op vraag van minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA), samen met de hoofden van de onderwijskoepels en een groep journalisten. De keuze van de minister is niet toevallig. Surma en zijn team vormen de spil van een omwenteling. Om het even op een rijtje te zetten: hij is een van de negen leden die de nieuwe eindtermen van het basisonderwijs mee vormgeven. Zijn collega’s begeleidden al meer dan 300 scholen en bereikten vorig jaar via lezingen 15.000 leerkrachten. En zijn laatste worp, de wetenschappelijke publicatie Developing curriculum for deep thinking”, kende op twee weken tijd 100.000 downloads.

Kinderen lezen vandaag minder goed en minder graag, en rekenen minder goed. Directies sukkelen in een burn-out en de zieke leraar kan niet worden vervangen. En toch, toen de dramatische Timss-studie in december verscheen, tweette u iets als: “Het is een heuglijke dag”. Waarom?

“Het katholiek onderwijs mailde die dag naar zijn scholen dat het een serieuze koerswijziging plande, met de klemtoon op effectieve didactiek, klasmanagement, en een kennisrijk curriculum. Dat kwam voor mij als een totale verrassing. Maar het was wel de bevestiging: het Vlaamse onderwijs is wakker geworden.”

“Scholen en leraren zijn vandaag vragende partij om opnieuw meer de nadruk te leggen op goed lesgeven, vanuit sterke leerplannen en lesmaterialen. En dat stemt me zeer hoopvol, omdat we weten dat dat belangrijk is voor de onderwijskwaliteit. Ik zie ook veel scholen en scholengroepen zelf daarmee aan de slag gaan. Dat was, voor alle duidelijkheid, heel erg nodig. Een grote groep jongeren groeit vandaag op in kennisarmoede.”

Wat bedoelt u daarmee?

“Kennis is wat je weet. En wat je weet, bepaalt wat je ziet, hoort, begrijpt, waarover je kunt nadenken, enzovoort. Waarover je niets weet, kun je moeilijk kritisch nadenken. Door een samenzwering van goede bedoelingen kreeg kennis tegenkanting. En dat leidde tot die kennisarmoede.”

Over welke goede bedoelingen heeft u het?

“Eind jaren 70 kreeg kennis een elitaire connotatie. Het zou een middel zijn om sociale verschillen in stand te houden. Later zette de technologische vooruitgang een rem op het belang van kennis. Mensen dachten dat kennis niet meer nodig zou zijn. Waarom nog tafels van vermenigvuldiging leren als je een rekenmachine hebt? Waarom iets memoriseren als het internet bestaat? En ten slotte was er de toegenomen aandacht voor ‘21st century skills’. Grote bedrijven stelden bepaalde vaardigheden voorop die ze belangrijk vonden, zoals creativiteit of kritisch denken. Die zijn vervolgens in het onderwijs beginnen door te wegen.”

Maar op lange termijn zijn ze alle drie schadelijk gebleken, zegt u.

“Vandaag zijn alle drie die evoluties ontkracht. Eén: kennis heeft niets elitairs. Sommige kinderen krijgen door omstandigheden bepaalde kennis niet mee van thuis en andere wel. Welnu, een heropleving van de kenniscomponent werkt net emanciperend. Twee: kennis blijft belangrijk, ook met technologische vernieuwingen zoals AI. Door de technologie hebben we sneller toegang tot informatie. Maar je mag dat niet verwarren met kennis. Kennis is verwerkte info in je hoofd die je toestaat om te denken. Als je een tekst leest en je kent een heleboel woorden niet, dan verlies je tijd en vooral: begrip.”

“En dan nog die focus op de vaardigheden van de toekomst. Er is niets mis met algemene vaardigheden an sich, alleen: je kunt ze niet trainen in het luchtledige. Je kunt niet ‘kritisch denken’ oefenen en er dan van uitgaan dat je dat zomaar kunt toepassen op alle facetten van het leven.”

Wat maakt een kennisrijk curriculum zo bijzonder?

“Dat het helder, coherent, en door inhoud aangedreven is. Dat is een contrast met de situatie vandaag, daar primeert vaagheid. Om het anders te verwoorden: een kennisrijk curriculum is een belofte die leerkrachten aan elkaar doen. We zien in het buitenland klassen waar kinderen van tien jaar geanimeerde discussies voeren over de klimaatverandering. Dat kunnen ze omdat de leraren van elkaar weten dat ze in de kleuterklas uitleg hebben gegeven over de werelddelen; in het eerste leerjaar over vulkanen en het weer; in het tweede jaar over landbouw; in het derde jaar over klimaatzones en bevolking. Die gemeenschappelijke voorkennis maakt het heerlijk werken voor een leraar.”

Wat is voor u de grootste troef?

“Kinderen die meer en beter leren, stappen vaardiger de maatschappij binnen. Voor mij speelt het rechtvaardigheids- en sociale aspect zeer sterk mee. Het is ideologisch, ik weet het, maar ik geloof dat onderwijs moet helpen om ongelijkheden in de samenleving te compenseren. En via een zorgvuldig opgebouwde kennisbasis kunnen we een stukje ongelijkheid wegwerken. De minder begunstigde leerlingen profiteren het meest van een kennisrijk curriculum. Die visie staat haaks op de chronische onderschatting van deze groep – de zogenaamde tirannie van de lage verwachtingen.”

Vaak wordt het beeld geschept dat het allemaal ‘terug naar vroeger’ gaat.

“Ik betwijfel dat dat klopt. Ik heb vroeger als leerling hele schoolborden met tekst overgeschreven: er was soms echt slechte didactiek te zien, hoor. Wat wél ‘terug naar vroeger’ is, is de leidende en sturende rol van de leraar. Lang werd er te veel verondersteld dat het allemaal vanuit het kind moest komen, terwijl we nu zien dat dat romantische idee niet zo goed werkt bij grote groepen leerlingen. En dat is slechts een van de misvattingen die nog leven.”

Welke zijn er nog?
 

“Velen stellen kennisrijke curricula gelijk aan drill and kill: leerlingen die zaken uit hun hoofd moeten leren en dat moeten afratelen in de klas. Dat is niet correct. Kennis wordt net de moeite waard gemaakt om te onthouden. Omdat ze zich koppelt aan wat eerder al is opgebouwd.”

Is het niet gevaarlijk om er te veel van te verwachten? De juf die vandaag geen staartdeling krijgt uitgelegd, zal niet automatisch veel verder springen met een kennisrijk curriculum, toch?

“Nee, en dat is een van onze grootste bezorgdheden. Hoe voer je een nieuw curriculum in zodat de leerkrachten en leerlingen mee zijn? Maar bekijk het zo: hoge verwachtingen stellen, betekent ook veel kansen geven om over de lat te geraken. Dat doe je door verdomd goed les te geven. Een voorbeeld: als ik mijn kind de straat leer oversteken, dan stop ik niet na één uitleg, in de verwachting dat ze het dan zelf zal kunnen. Nee, ik leg het tien, twintig, dertig keer uit. Tot het lukt. Dat moet in het onderwijs ook zo zijn. Met alleen een goede uitleg raak je er niet.”

Een groeiende groep ouders zoekt antwoorden in andere onderwijsvormen. Een van de aspecten die daarbij opvallen, is het belang van welbevinden.

“Iedereen wil dat zijn kind zich goed voelt. Maar ik stoor me aan het populaire idee dat het momentane welbevinden belangrijker is dan het duurzame welbevinden. Geletterd zijn, een brede basis hebben: dat zijn zaken die je nodig hebt om mee te kunnen in de maatschappij.”

“Ook tegenstanders van het kennisrijk curriculum wijzen vaak op de valse tegenstelling tussen leren en welzijn. Uiteraard moet je in de gaten houden of een kind zich goed voelt op school. Maar welbevinden en kennis zijn niet omgekeerd evenredig. Waarom zou een kind dat veel leert minder goed in zijn vel zitten?”

Heel wat scholen in Engeland en Nederland die inzetten op een kennisrijk curriculum focussen ook op gedrag. Voor de hand liggend?

“Gedrag behoort evengoed tot het curriculum. Een school is een minisamenleving. Je hebt afspraken nodig. En het lijkt me bijzonder wenselijk om die te expliciteren voor leerkrachten en leerlingen. Als je van leerlingen verwacht dat ze ’s morgens ‘Goedemorgen’ zeggen, dan moet je hen daarop aanspreken. Veel scholen gaan een stap verder en leren dat gedrag ook aan. Met succes, na een week zijn de leerlingen ermee weg. Met gedrag is het net als met kennis: als je iets niet aanleert, zijn het alleen degenen die het van thuis meekrijgen die het toepassen.”

Sommigen vinden dat rigide of kil. Snapt u dat?

“Ik snap dat. Maar gedrag vastleggen en aanleren is geen synoniem voor dictatoriaal handelen. Kinderen houden net van kleine routines. Door duidelijke verwachtingen te stellen, merk ik dat scholen minder last hebben met straffen en belonen.”

“Je creëert ook een grotere veilige mentale ruimte voor leraars. Zonder afspraken laat je hen los in de jungle van het klaslokaal. Dan creëer je een survival of the fittest. Enkel wie een natuurlijke gave heeft om met grote groepen om te gaan, blijft dan aan boord. Van een gedeelde aandacht voor goed gedrag profiteert het hele collectief van leraren. En ook de leerlingen.”

Ook de minister lijkt daar hard op te willen inzetten. Eerstdaags bezoekt ze de Michaela school in Londen, zowat de strengste school van Engeland.

“Kijk, ik zou mijn kind daar niet heen sturen. Maar wie zijn wij om deze kansenmachine te bekritiseren? Al jaren is het de school in Engeland die de grootste vooruitgang boekt met een superdiverse groep kansarme kinderen. Alleen al daarom zou het niet slecht zijn, mochten er ook een paar Michaela’s opduiken in ons onderwijs. Maar ook niet té veel.” (lacht)

​**************************​​​

​Is Vlaanderen klaar voor een revolutie in het onderwijs?


Als we onderwijsexpert Tim Surma mogen geloven - en dat doen we maar al te graag - wordt volop getimmerd aan de weg naar een nieuwsoortig onderwijs met een  'kennisrijk curriculum' als codewoord. 

Dat werd tijd! Er bestaat alleszins weinig discussie over de dalende onderwijskwaliteit in Vlaanderen. Die trend werd de afgelopen decennia onvoldoende serieus genomen. De meeste scholen zijn  dan ook vragende partij om de logge onderwijstanker te keren. We moeten af van het idee dat enkel bepaalde vaardigheden de hefboom tot kwaliteitsvol onderwijs vormen en dat loutere kennisoverdracht in onze technologische samenleving overbodig is geworden.

De elitaire connotatie die 'kennis' al decennia meedraagt, blijkt  onterecht.  Integendeel: kennisrijk onderwijs kan juist emanciperend werken. Bovendien mag je kennis niet verwarren met de veelheid aan informatie waarmee we in deze hoogtechnologische tijden overspoeld worden. Zonder kennis ben je niet in staat om gericht informatie te filteren en kritisch je weg te vinden in het overaanbod aan (ir)relevante artikels, moeilijke begrippen en (on)betrouwbare data.

 

Ik ben het hoe dan ook eens met Tim Surma dat de focus op vaardigheden in het onderwijs een té groot gewicht heeft gekregen.​ Algemene vaardigheden verdienen aandacht maar zonder een stevig fundament kan je een vaardigheid als 'kritisch reflecteren' niet oefenen. Ook hier klinkt de roep om een stevige kennisbodem.

​Het kennisrijk curriculum waar Surma graag naar verwijst, is gedreven door een samenhangende langetermijnvisie op inhoud. Idealiter bouwen kinderen vanaf de kleuter- en basisschool stapsgewijs hun kennis op: die gemeenschappelijke voorkennis vormt telkens de basis voor een volgende kennislaag.  Dat is niet alleen fijn werken voor leraars, ook de kinderen bouwen gezamenlijk de ene na de andere kennislaag op, wat bovendien de sociale gelijkheid versterkt.

Surma benadrukt dat het niet de bedoeling is dat we terugkeren naar de tijd waar strenge schoolmeesters de plak zwaaiden, geen inspraak van kinderen werd geduld en vaak didactisch ook slecht werd lesgegeven. Nee, het gaat over kennis die de moeite waard is om te onthouden omdat ze wordt vastgehaakt aan wat eerder al is opgebouwd. Ik durf daar nog aan toe te voegen dat  kleine klassen (max. 12 leerlingen) ook een succesfactor kunnen zijn in betrokken en kennisrijk onderwijs.

Het gaat ook over duidelijke afspraken, goed gedrag en heldere verwachtingen. Een kennisrijk curriculum beoogt bovendien  kansenrijk onderwijs en bevordert zo het welbevinden van leerlingen.. Is een brede (kennis)basis niet het meest solide fundament om mee te kunnen in de maatschappij?

Het klinkt allemaal heel overtuigend in theorie en ik ben nu al fan van deze aanpak. Maar welke garanties zijn er dat dit ook in de praktijk werkt?  Surma verwoordt het zo: "Hoge verwachtingen stellen, betekent ook vele kansen geven om over de lat te geraken. Dat doe je door verdomd goed les te geven."  En het wel twintig tot dertig keer uit te leggen, als het moet.  Awel, daar gaan we voor!

Zuhal Demir op schoolreis naar 'strengste school van Engeland'

 

Enkele dagen na het interview met Tim Surma in De Standaard, lezen we in een online VRT-artikel (11.03.2025) een uitgebreid verslag van het bezoek dat onze onderwijsminister Zuhal Demir bracht ​aan de West Free London School en Michaela Community School. 

Er werd naar aanleiding van deze excursie in de pers volop gespeculeerd over de intenties van Demir: gaat ze enkel Britse 'oldskool' ideetjes opsnuiven of wil ze het Vlaams onderwijs effectief kneden naar het model van 'de strengste school van Engeland'? Is Vlaanderen überhaupt klaar voor een  'Zweinstein  2.0'?

Het verslag over de West Free Londen School leest als een bezoek aan een Vlaams internaat anno 1955: leerlingen gekleed in uniform staan netjes in het gelid en luisteren gedisciplineerd naar de ochtendtoespraak van een leerkracht. In de gangen hangt een (onnatuurlijke?) stilte. Glasharde gedragsregels vormen de hoeksteen van deze school, waarbij overtredingen consequent worden bestraft. Na een eerste waarschuwing nog eens ongevraagd je mond open doen in de les? Dan mag je nablijven en regels schrijven als "Morgen wordt een betere dag." Immers, je verspilt niet zomaar waardevolle lestijd van andere leerlingen.
 

Daar schuilt uiteraard waarheid in, maar was de houdbaarheidsdatum van die archaïsche aanpak niet allang verstreken?  We krijgen een gelijkaardig plaatje geschetst van de Michaela Community School. De doorgedreven perfectie, strenge gedrags- en tuchtregels, centraal gestuurde leerinhouden, het hoge lestempo, de strak getimede (lunch)pauzes, het scanderen van schoolslogans en een verplicht dankwoord na de maaltijd,  ...  het roept onvermijdelijk vage herinneringen op aan een lang vervlogen streng katholiek schoolverleden. 

En toch blijkt de aanpak te werken want de meest strenge school van Engeland kan de beste cijfers inzake leerwinst voorleggen. En dat niet alleen: het gedrag van de leerlingen is voorbeeldig, hun inzet uitmuntend.

Dat onze  leerlingen nood hebben aan meer structuur en heldere regels, staat buiten kijf. Ook het efficiënt inzetten van lestijden, met focus op kennisrijk onderwijs (zie het interview met Tim Surma hierboven) heeft mijn volle steun.  En hoewel het voor een leerkracht ontlastend kan zijn om met centraal opgelegde, gedetailleerde leerplannen te werken - zodat alle leerlingen dezelfde kennis meekrijgen waarop telkens kan worden verder gebouwd - laat die sturing wel zeer weinig ruimte voor individuele creativiteit en een persoonlijke pedagogische inbreng. 

​Tegelijk volg ik ook de genuanceerde aanvulling die Bruno Vanobbergen - voormalig kinderrechtencommissaris en heden directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.- doet in het artikel.  De strenge aanpak van de Michaela Community School met focus op kennisrijk onderwijs en directe instructie, is meer dan alleen maar een karikatuur. De school beoogt vooral om ook de meest kansarme leerlingen optimale leerkansen te bieden en iedereen aan te zetten tot mooie resultaten. Het straffe is dat men daar nog in slaagt ook!

Laat ons dus het kind niet met het badwater weggooien. We zijn benieuwd naar wat onze onderwijsminister zal onthouden en vooral meenemen van deze excursie. Hopelijk het beste van twee werelden? Onze minister van Onderwijs mag dan wel "jaloers" zijn op de voortreffelijke resultaten die leerlingen van de door haar bezochte scholen scoren op nationale tests in Engeland, een 'perfecte' school kopieer je niet zomaar. Ze zal haar huiswerk dus grondig moeten voorbereiden.

 

Een cultuuromslag zal hoe dan ook een voorwaarde zijn om routine, structuur en discipline (opnieuw) ingang te doen vinden in (een aantal van) onze scholen. 

Bovendien kan ook ons land prat gaan op knappe koppen met veel onderwijservaring en didactisch onderbouwde inzichten. Alleen moet je als minister ook daar je oor te luisteren durven leggen.  Een breed overleg met de onderwijskoepels, ervaringsdeskundigen en onderwijsexperts zal hopelijk ook op Demirs nieuwe onderwijsagenda staan.
 

Lees het artikel hierna of op https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/03/11/zuhal-demir-bezoek-engeland-onderwijs-strengste-school/

​​​​​

Zuhal Demir op schoolreis naar 'strengste school van Engeland': "We hebben meer orde en structuur nodig, al hoeven 

we dit niet te kopiëren."​

VRT di 11 mrt 18:52 door Sanne Baeck

Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) is samen met de verschillende onderwijskoepels op bezoek in het Verenigd Koninkrijk. Ze wil er inspiratie opdoen bij de best presterende scholen, zoals de West Free London School en de Michaela Community School. Die laatste staat bekend als 'de strengste school van Engeland'.

Rijen leerlingen in schooluniform luisteren op de speelplaats vooraan naar de korte toespraak van een leerkracht over de hoge verwachtingen voor elk van hen. Leerlingen die het goed hebben gedaan die dag, worden geprezen. In stilte vertrekken ze daarop naar hun klas voor de volgende les aan de West Free London school, een gratis school voor secundair onderwijs voor leerlingen uit de buurt, ongeacht hun leerprestaties.

“Ik ben jaloers,” fluistert Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) wanneer ze ziet hoe hoog leerlingen op nationale tests scoren: bij de 1 procent beste scholen van Engeland. Klassen tellen een 25-tal leerlingen – wat hier eerder weinig is – en toch valt de rust op in deze school.

Leerkrachten roepen niet op de leerlingen. Er is wel een competitief puntensysteem voor gedrag en er gelden duidelijke regels, legt directeur Robert Peal uit: “In de gangen is het stil. Wie spreekt zonder toestemming tijdens de les, krijgt eerst een waarschuwing. Een tweede keer moet je nablijven, en regels overschrijven als ‘Morgen wordt een betere dag’. Want wie de les stoort, verspilt lestijd van andere leerlingen, terwijl elke minuut waardevol is.”

Hendrik III voor kleuters

De kennis in de lessen schrijven leerlingen in essays neer in schriften en is zorgvuldig opgebouwd. Dat wordt nog meer duidelijk in de West Free basisschool. De 5-jarigen spelen na dat koning Hendrik III in 1264 gevangen werd genomen, en leren zo met veel drama over de oprichting van het parlement. In de latere leerjaren zullen de leerlingen die kennis herhalen en er verder op voortbouwen. Voor elke les krijgen leerkrachten een gedetailleerd lesplan, ruimte voor eigen inbreng is heel beperkt.

Differentiëren op niveau van de leerlingen gebeurt amper: “Want klassikaal goed lesgeven, helpt alle kinderen vooruit,” vindt Peal. Dat betekent dat de leerkracht de les met directe instructie leidt en continu en aan een hoog tempo alle leerlingen laat nadenken en antwoorden. Voor de leerkrachten wordt sterk op bijscholing ingezet om hen allemaal dezelfde didactische technieken en routines te laten toepassen.

Op dit moment werkt een commissie in Vlaanderen aan nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs. Net als hier moeten die voor een kennisrijk curriculum zorgen. Demir rekent op de koepels om kwalitatief materiaal en effectieve lesmethodes daarbij te promoten. Ze droomt van een twintigtal Vlaamse proefscholen die net als in deze scholen sterk inzetten op kennisrijk onderwijs, directe instructie en routines.

Strengste school van Engeland

De meest tot de verbeelding sprekende school volgt een dag later. De Michaela Community School staat bekend als de strengste school van Engeland. De leerwinst die leerlingen maken doorheen hun schoolcarrière is nergens in Engeland groter. “Maar het meest trots ben ik op wie onze leerlingen zijn: ze zijn interessant, beleefd, vriendelijk en dankbaar. School gaat niet over slagen voor examens, maar over hoe we onze maatschappij van de toekomst willen vormgeven.” Ongewenst gedrag wordt daarom streng bestraft, goed gedrag wordt beloond.

Aan het woord is de ietwat controversiële directeur Katharine Birbalsingh. Ze wil in haar school de waarden van de jaren 50 combineren met de modernste wetenschappelijke inzichten over hoe we leren.Het tempo in de lessen ligt bijzonder hoog: leerlingen krijgen continu een vraag voorgeschoteld om met hun buurman over te overleggen of klassikaal op te antwoorden. Een leerkracht weet meteen of iedereen mee is als de leerlingen hun hoofd op de bank leggen om met hun hand aan te geven hoe ze over de volgende vraag denken, zonder dat ze de handen van hun medeleerlingen kunnen zien.

Onderwijsexpert Tim Surma van hogeschool Thomas More noemt het een beangstigende vorm van doorgedreven perfectie: "Er gaat geen seconde lestijd verloren. Deze manier van lesgeven is heel intensief voor zowel leerlingen als leerkrachten. De leerkracht in mij wil af en toe ook zo kunnen lesgeven, maar in andere lessen wil ik wel nog buiten de lijntjes kunne kleuren, wat hier moeilijk gaat."

 

 

 

Na de les krijgen de leerlingen een getimed aantal seconden om in stilte naar de refter te hollen. Voor de maaltijd scanderen ze het gedicht invictus dat eindigt met de schoolslogan: 'I am the master of my fate, I am the captain of my soul.'
Tijdens de getimede lunch discussiëren ze geanimeerd met hun leerkracht en klasgenoten over wat een goede manier is om met jeuk om te gaan.

Na de maaltijd moeten leerlingen nadenken wie ze willen bedanken voor de rest van de groep. Een leerkracht krijgt een dankjewel met applaus voor de test en nieuwe leerstof van die ochtend. Een leerling die je het vraagt, zal welbespraakt vertellen hoe trots die is om hier bij te leren.

Ook in Vlaanderen?

Hoe wenselijk is dit model voor ons onderwijs? Paul Buyck van de methodescholen ziet enkele gelijkenissen, zoals het belang van werken in stilte. Maar hij vreest bij dit soort onderwijs voor de erg beperkte ruimte voor de leerkracht om een eigen pedagogisch project te kunnen waarmaken.

Koen Pelleriaux van het GO! is vooral in de andere scholen onder de indruk van het Engelse teamwerk om de lessen kennisrijk op te bouwen en uit te denken: "We moeten leerkrachten meer stimuleren om samen te werken, al zal dat in sommige sommige scholen niet evident zijn.”
 

Bruno Vanobbergen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen zou het zonde vinden om een karikatuur van de Michaela school te maken: “Deze school kiest bewust om er preventief op in te zetten om ook de meest kansarme leerlingen permanent bij de les te houden en hoge resultaten te kunnen neerzetten. Het is interessant om daar ook op onze scholen bewuster over na te denken. Al hoeft ons antwoord niet hetzelfde te zijn als hier.”
 

Ook Walentina Cools van OVSG apprecieert de visie om elk kind maximale kansen te geven, maar mist voor de leerlingen hier een pauzeknop. Dat beaamt de minister: “Ik zou deze leerlingen na dat harde werk een beetje meer rust gunnen tijdens de middagpauze en meer tijd vrijmaken voor sport en kunst. Maar we kunnen wel lessen trekken uit de manier waarop ze hier geen lestijd verliezen door een cultuur van orde en routines.”

​​​​

 

 

 

 

 

 

 

 

​​​

Zuhal Demir bezoekt de West Free London School.                               bart@lenoir.photo

Zuhal Demir London Community School.jpg
Zuhal Demir bij de Michaela Community School            bart@lenoir.photo

WES 3
 11 maart 2025

WES 3
VRT NWS online, 11 maart 2025

bottom of page